Het pand aan de Moesstraat 46 werd in de jaren 30 van de vorige eeuw reeds gebouwd als een beschermde woonvorm. Het pand werd aangekocht door Lefier om er een nieuwe beschermde woonvorm ten behoeve van verstandelijk gehandicapten in te realiseren. De indeling van het pand voldeed echter niet meer aan de eisen van deze tijd. Besloten werd om het voorste deel van het gebouw aan de Moesstraat te handhaven; het deel dat architectonisch ook de meeste waarde heeft. In dit deel zijn gemeenschappelijke functies ondergebracht, zoals een zorgkantoor, de gezamenlijke keuken en een gezamenlijke woonkamer. Op de verdieping is de nog in oude staat verkerende regentenkamer in ere hersteld en bestemd als vergaderruimte. Het achterste deel van het oude pand is gesloopt om plaats te maken voor nieuwbouw met zelfstandige woningen rond een hof. De toegang tot het hof verloopt via het oude pand. Door deze opzet worden zelfstandig wonen en bescherming op eenzelfde wijze gecombineerd als bij de talloze andere hofjes die de stad Groningen rijk is.